Van vissers tot verfijnde keukens
Ansjovis is een van de oudste smaakmakers ter wereld. Al in de oudheid gebruikten Grieken en Romeinen de kleine visjes als basis voor garum, een gefermenteerde vissaus die bij elke maaltijd op tafel stond. Eeuwenlang was ansjovis een onmisbare bron van voeding rond de Middellandse Zee: klein, voedzaam en eenvoudig te conserveren met zout. Vissers namen potten ansjovis mee op zee, en in kustplaatsen werd het visje verheven tot smaakmaker in talloze gerechten – van eenvoudige broodmaaltijden tot de verfijnde tafels van adel en kloosters.
Ansjovis in Europa en Nederland
Via de maritieme handel kwam ansjovis vanaf de 16e eeuw ook naar Noord-Europa. In landen als Frankrijk en Spanje ontwikkelden zich eigen tradities, terwijl in Nederland ansjovis in eerste instantie vooral werd gezien als een ingevoerd luxeproduct. In 17e-eeuwse kookboeken duikt ansjovis op als smaakmaker in sauzen en stoofpotten voor de gegoede burgerij. Pas in de 19e en 20e eeuw werd ansjovis breder bereikbaar. Nederlanders gingen het gebruiken in eenvoudige broodgerechten of als hartige toevoeging aan salades en ovenschotels.
Nederlandse ansjovis cultuur – Zuiderzee, Urk en Zoutkamp
Ook in Nederland zelf kende ansjovis een bloeiende visserscultuur. Aan de voormalige Zuiderzee, in plaatsen als Enkhuizen, Harderwijk en Huizen, maar ook op Urk, trokken vissers met hun botters het water op zodra de ansjovis zich in grote scholen liet zien. Hele gemeenschappen leefden mee met dit seizoenswerk: van de mannen op zee tot de vrouwen en kinderen die de vis pekelden en in tonnetjes verpakten.
Met de aanleg van de Afsluitdijk in 1932 verdween de brakke overgang van zout naar zoet water, en daarmee ook de ansjovis in de Zuiderzee. Urk, ooit een eiland midden in de Zuiderzee, verloor een belangrijk deel van zijn traditionele vangst. In Zoutkamp, aan de Lauwerszee, bleef nog wat ansjovisvisserij bestaan – een traditie die inmiddels vrijwel verdwenen is, maar waar de herinnering nog levend wordt gehouden in musea en verhalen.
Deze Nederlandse ansjovis cultuur laat zien hoe belangrijk het kleine visje eeuwenlang was voor voeding, werkgelegenheid en gemeenschap – precies zoals ook in Sardinië het geval is.
Sardinië en de ansjovis cultuur
Op Sardinië is ansjovis méér dan een ingrediënt: het is onderdeel van het sociale leven. Kleine vissers vangen de visjes met respect voor de zee, en vakmensen zoals Efisio zorgen voor de rijping – een proces dat geduld en precisie vraagt. Het resultaat is ansjovis die stevig, zilt en puur smaakt. Op Sardinië hoort ansjovis bij samen zijn: op een stuk pane al rosmarino, bij een glas wijn in de avondzon, of als smaakmaker in gerechten die van generatie op generatie worden doorgegeven.
Wil je meer weten over de smaak en de ambachtelijke bereiding? Lees alles op onze ansjovis productpagina.
Nonna’s blik op ansjovis
Voor mij staat ansjovis symbool voor eenvoud met diepgang. Een klein visje dat grootse verhalen vertelt – over zee, over handel, over traditie. Laatst was ik bij een vriendin voor een borreluurtje en zij had witlofbootjes met ansjovis gemaakt. Dat inspireerde me om er mijn eigen Nonna-toets aan te geven. Zo proef je hoe een klein visje steeds weer nieuwe verhalen kan vertellen.
En zin gekregen om ansjovis zelf te proeven? Bekijk ons ansjovis recept.


©Sylvia Fritscheck